
Water en Vuur in Oost NL
Op 23 september 2025 organiseerde Architectuurcentrum Bouwhuis uit Apeldoorn een avond over ‘Vuurlandschappen’. Op de Dag van de Architectuur (14 juni 2025) organiseerde Architectuurcentrum Rondeel een bijeenkomst over “De toekomst van de IJsselvallei”. Beide thema’s zijn ook in samenhang belangrijk voor de regio Stedendriehoek.
Deze activiteiten zijn onderdeel van het Actieprogramma Ruimtelijk Ontwerp, een samenwerkingsverband van de Rijksoverheid, Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, Stichting CoLA (Coördinatieoverleg Landelijke Architectuurcentra) en Platform Ontwerp NL, waarin ruimtelijk ontwerp lokaal in gesprek worden gebracht.
Vuurlandschappen
Aanleiding voor de bijeenkomst in Apeldoorn is het feit dat we door de klimaatverandering steeds meer te maken krijgen met natuurbranden. Daarbij is de hooggelegen Veluwe voor inwoners van de omliggende dorpen en steden een kwetsbaar gebied. Apeldoorn wil groeien en probeert op alle mogelijke manieren nieuwe bewoners naar de stad te trekken met het recreatieve landschap van de Veluwe als een aantrekkelijke pijler. Een functionaris van de Veiligheidsregio NO Gelderland heeft het brandpreventiebeleid voor de Veluwe toegelicht en handvatten gegeven voor de preventie. Landschapsarchitect Jacob Heydorn Gorsky heeft verteld over zijn afstudeerproject over ‘Vuurlandschappen’.
Jan Eiting, senior landschapsarchitect van Buro Harro uit Arnhem heeft het thema in een breder perspectief geplaatst van bodem en water sturend. Vanuit dat perspectief heeft hij gebieden aan kunnen wijzen waar wel of geen woningbouw zou kunnen komen. Hij heeft zijn afstudeerproject uit 2020 over de toekomst van het Nationale Park de Veluwe daarbij betrokken. Daarin beschrijft hij de initiatieven die nodig zijn om van de Veluwe een interessant veilig recreatiegebied te maken en boeren nieuwe kansen te geven.
Hij heeft daarbij twee onderzoeken betrokken: Het onderzoek over Bodemlabels. Creatief bouwen aan bodemlabels (oost) (Bodemlabels) en de studie De Hoofdige Boer – sponsen of verdrogen (Stimuleringsfonds) als voorbeeld voor de waterproblematiek.
Alle omliggende steden van de Veluwe (Arnhem, Apeldoorn, Harderwijk,etc. ) hebben een groot belang bij een vruchtbaar toekomstplan voor de Veluwe komt. Vanuit de landschappelijke potenties van de Veluwe en de voorstellen voor verbetering van de inrichting is een overgang gemaakt naar de verwoestende branden die dreigen op de Veluwe als gevolg van klimaatverandering door toedoen van recreanten (brandende peuken), zie ook Los Angeles en Zuid Spanje. Het verhaal van Jacob Heydorn Gorsky liet zien wat er na de branden met het boslandschap gebeurt en dat kan ook positief zijn voor de natuur.
Waterlandschappen
“In Transitie” was het thema voor de landelijke dag van de Architectuur op 14 juni 2025. In Deventer ging het om de toekomst van de lager gelegen IJsselvallei en de grote uitdagingen: De klimaatverandering: meer (regen)water om af te voeren, maar ook meer droogte en de noodzaak om water vast te houden; De woningbouwopgave: waar kunnen we nog verantwoord bouwen in onze vallei of moeten we dat helemaal niet meer willen?; Het natuurherstel rond de IJssel; De energietransitie en nieuwe vormen van energieopwekking. Het goede nieuws: We kunnen de uitdagingen nog het hoofd bieden, maar dan moeten we wel aan de bak.
Onze IJsselambassadeur Wim Eikelboom gaf een stem aan de IJssel. Die IJssel ziet wel toekomst voor zichzelf, die blijft wel bestaan. Voor de mensen eromheen ziet de IJssel grotere uitdagingen. De IJssel is een mooie en ook een belangrijke rivier, de enige rivier in Nederland waar een heel meer naar is vernoemd. De rivier is grillig en treedt soms buiten haar oevers. Dat was altijd al zo, maar zal in de toekomst zeker niet minder worden. De rivier zal in tijden van droogte veel minder water hebben. Ook dat is een feit. Daar moeten de mensen weer mee leren te leven.
Michaël van Buuren, onderzoeker bij de WUR (Wageningen University and Research) presenteerde de studie NL2120. Hoe ziet Nederland en in het bijzonder de IJsselvallei eruit over 100 jaar als we alle uitdagingen te lijf gaan en ons land leefbaar hebben gehouden voor volgende generaties? Het idee van de grote groep onderzoekers uit Wageningen is dat veel van onze Nederlandse stroomopwekking op de Noordzee zal plaatsvinden. Een greep uit de overige voorstellen: Het vaste land van Nederland zal veel meer groen en bos hebben en de nieuwe woonplekken liggen op de hoger gelegen delen van het land. De kustlijn wordt robuust versterkt tegen de stijgende zeespiegel en we hebben over 100 jaar andere vormen van mobiliteit, minder ruimte voor verkeer en minder wegen. Dat is meer vervoer over spoor. Voor onze Deventer omgeving betekent dat een veel breder stroomgebied voor de IJssel (zie nu al de ideeën voor Ruimte voor de Rivier 2.0). De IJssel is de kortste weg naar de zee (via het IJsselmeer) voor de grote hoeveelheden water die vanuit het achterland ons land binnen kunnen stromen. We moeten het stroomgebied van de rivier niet meer krampachtig willen beheersen tussen dijken. We zullen het moeten loslaten en ruimte bieden. Het IJsselwater bij Deventer moet nu door een flessenhals. Daar moet dus meer ruimte voor worden gemaakt.
Andries Van den Berg vertaalde dit nog gedetailleerder naar de regio Deventer. Met zijn kennis over onze rivier en het fijnmazige watersysteem er omheen gaf hij een beeld van de (on)mogelijkheden van verdere verstedelijking. En hij wees nadrukkelijk ook op de opgave water op te vangen in meertjes en moerassen voor tijden van droogte.